We dachten in aanhalingstekens.
Droegen ons verdriet als een mooie jurk.
Onze handen werden vuisten werden daden
van stil verzet. We zetten haakjes om
dat we elkaar best lekker vonden ruiken. Dat
we elkaar best mooi vonden. Lieten ze daar
voorgoed staan. We lagen en als het moment
te mooi werd maakten we van onze vingers
ezelsoren. En was het allemaal weer even
verkeerd vastgelegd. We trokken de verkeerde
lakens over elkaar heen en bleven maar herhalen:
dit is allemaal heus niet echt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten