Waar je gevallen bent, blijf je.
In het hele universum is dit je plaats.
Alleen maar deze ene plek.
Maar die heb je helemaal van jezelf gemaakt.

JÁNOS PILINSZKY (1921-1981)

20110302

*

Je schraapte kleren van je lijf als uit woede en er was zichtbaar
een randje haar bij je navel. Een druppel van het douchen, een
bultje en een vlekje pigment alsof je een foto was waar de zon op scheen.

Je kleren gooide je in bergen kreukels van je af, je emoties vouwde je op. Behoedzaam
kronkelde je jezelf eromheen. Toen je een meisje had kreukte je gevoelens en legde
ze op verkeerde stapels.

Een soort kwartetten met je ziel, zei je en liep laconiek de zee in omdat je
‘toch de boel al kwijt was.’ In de verte ving je kleding wind.
Je kippenvel was heel veel kleine bultjes rechtopstaande haartjes. Je haren
waaierden in watersnood en door de huid van je gezicht zag ik steeds meer

bodem van de zee.