Ik ben de straat meer dan de mensen nu ik wacht.
Zij staan stil. Wij slingeren ons voort in stilte.
We doen niet mee; de straat
en ik. We zijn onzichtbaar met z’n twee.
Of tenminste absent. We hebben zicht op benende mensen.
Zelf bungelen we wat, en kijken. De mensen wisten waarheen
zag ik. Ik weet niet zo veel.
Dacht het te redden met de taal. En met mijn ogen.
Ze keken me aan, zeiden: ‘je bent te jong om te weten
waarvoor wij gaan en het is liefde,’ en ik wist wat ik miste. Ze spraken in
hoofdletters, ze wisten al waarheen.
Ik wist nog niet eens waar vandaan.
Ben maar gewoon blijven staan.
Hoi,
BeantwoordenVerwijderenIk werd via een vriendin gewezen op je web-log. Je schrijft bijzondere gedichten, heel verfrissend en met fraaie zinnen. Iemand die 'We hebben zicht op benenende mensen' kan verzinnen is een dichter.
groetjes, Wouter
Mooiste gedicht dat in een best lange tijd gelezen heb, Djoeke! Ik dacht terwijl ik las: shit, had ik dit maar geschreven...
BeantwoordenVerwijderenVooral eerste couplet is prachtig.
Kuskus, Iduna
Echt heel mooi.
BeantwoordenVerwijderen